Noord Nederland – De politie in de regio Noord Nederland heeft begin januari van dit jaar het stroomstootwapen officieel toegevoegd aan de uitrusting van de politie op straat. Inmiddels zijn 10.000 van de 17.000 operationele politiemensen getraind in het gebruik van het wapen.
Het is een waardevolle aanvulling op de bestaande geweldsmiddelen van de politie, zegt Janis Tamsma, voorzitter van stuurgroep invoering stroomstootwapen. ‘Er gaat een sterk de-escalerende werking uit van het stroomstootwapen. Dreigen met het wapen is in veel gevallen voldoende voor een succesvolle aanhouding of het afwenden van direct gevaar.’
Terugblik en cijfers
Het eerste halfjaar is voorbij en de politie heeft verzamelde data samengevat in enkele resultaten. Dit is afgelopen dinsdag bekendgemaakt. Er is in totaal 1279 keer met het wapen gedreigd om de situatie zo onder controle te krijgen en de verdachte te kunnen aanhouden. Bij 428 personen is het wapen ook daadwerkelijk geactiveerd waarbij twee pijltjes op de verdachte geschoten worden die vervolgens de stroomstoot afgeven. Bij 23 gevallen werd de schok-modus gebruikt, dan wordt het wapen rechtstreeks op de huid gezet in plaats van dat er pijltjes worden afgeschoten.
Wel of geen letsel
Door het gebruik van het stroomstootwapen is er een kleine kans op (blijvend) letsel bij de verdachte. 94% houdt geen of weinig letsel over. Vaak ontstaan 1 of 2 kleine wondjes door de pijltjes. Bij 5 van de 491 mensen was meer dan gering letsel. Dit kwam bijvoorbeeld doordat de verdacht na de schok ten val kwam.
Vaak is dreigen voldoende
De politie kijkt tevreden terug naar het eerste halfjaar. Zo is gebleken dat het dreigen met het stroomstootwapen in veel gevallen voldoende is. De politiemensen gaan terughoudend, zorgvuldig en professioneel met het wapen om. Ook wordt er bij letsel altijd een arts ingelicht om zo bij te dragen aan wetenschappelijk onderzoek naar mogelijk gezondheidseffecten.
