Ondanks regen in oktober nog steeds groot neerslagtekort

LANDELIJK – Hoewel oktober een stuk natter was dan normaal, is nog steeds sprake van een groot neerslagtekort. De kans is groot dat het tekort aan het eind van de winter regionaal nog niet is weggewerkt.

Vooral in het zuidoosten en oosten is nu nog sprake van droogte en staat het grondwaterpeil bijzonder laag voor de tijd van het jaar. Er zijn geen acute problemen, maar in het voorjaar kan de droogte opnieuw opspelen. 

Gemiddeld over Nederland bedraagt het neerslagtekort op dit moment 165 mm. Alleen in 1971, 1976 en 2018 was het tekort nog (veel) hoger, in de recordjaren 1976 en 2018 begin november zelfs bijna 300 mm! Normaalgesproken is het neerslagtekort begin november zo’n 100 mm lager dan nu en gaat het tekort eind november over in een neerslagoverschot.

Grote verschillen
Hoewel het qua neerslagtekort voor deze tijd van het jaar een van de droogste jaren ooit gemeten is, zijn de verschillen in het land groot. Zo is het neerslagtekort in Den Helder door de vele regen van oktober volledig weggewerkt. Het westen en noorden hebben dan ook helemaal geen last van droogte. Sterker nog: op veel plekken is het erg nat en staan er plassen op de akkers. In de Limburgse plaatsen Ell en Arcen daarentegen bedraagt het neerslagtekort nog steeds maar liefst 340 mm. Regionaal staan sloten en vennen droog, een wereld van verschil!

Van een neerslagtekort is sprake wanneer er meer regenwater verdampt dan er is gevallen. Het neerslagtekort wordt bepaald vanaf 1 april. Dat is de datum waarop gemiddeld het nieuwe groeiseizoen begint. Op 1 april in het volgende jaar wordt de teller opnieuw op nul gezet.

Drie kurkdroge jaren achter elkaar
Het grote neerslagtekort van dit jaar staat niet op zichzelf. Ook in 2018 en 2019 waren de tekorten uitzonderlijk groot en viel in de herfst en winter niet genoeg regen om op een normaal niveau uit te komen. Dat betekent dat drie jaren aan watertekorten moeten worden weggewerkt.

In het zuidoosten gaat het om een verschil van maar liefst 1000 mm ten opzichte van normaal (617 mm tekort nu versus 387 mm overschot normaal). Dat betekent dat deze winter rekenkundig bezien 1000 mm regen moet vallen bovenop de normale hoeveelheid van circa 200 mm. Dat is totaal onmogelijk. In een normaal jaar valt gemiddeld 850 mm. Bovendien betekent 1200 mm in drie maanden tijd dat de huidige neerslagrecords voor de wintermaanden met honderden millimeters moeten worden gebroken. De huidige winterverwachting gaat voor een normale hoeveelheid neerslag komende winter.

In werkelijkheid zal de benodigde hoeveelheid regen gelukkig kleiner zijn, omdat we in Nederland goed watermanagement hebben. Afgelopen winter hielden de waterschappen al veel water vast, waardoor de problemen minder erg waren. Nemen we het waterbeheer van de waterschappen mee en het feit dat een overschot in de normale situatie naar de Noordzee wordt afgevoerd, dan is in de droogste gebieden ongeveer 600 mm regen nodig. Dat is alsnog heel veel.

Grondwater staat regionaal bijzonder laag
Het neerslagtekort dat we nu hebben leidt niet tot droogteproblemen op de korte termijn. Planten zijn in wintermodus gegaan en gebruiken dus veel minder water dan in de zomermaanden. Bovendien is de toplaag van de bodem vochtig en door de lage zonnestand verdampt bijna geen water.

De problemen bevinden zich nu vooral in de ondergrond. In het zuidoosten en oosten staat het grondwaterpeil nog steeds lager dan normaal. Bijvoorbeeld in de Achterhoek is de grondwaterstand voor deze tijd van het jaar regionaal zelfs een van de laagste in de afgelopen 30 jaar. Wanneer de winter niet veel natter dan normaal verloopt, is de kans groot dat dit in het voorjaar al gauw tot droogteproblemen kan leiden.

   
Back to top button