Sociaal Werk de Schans organiseert lezing ‘Een handleiding bij het puberbrein’

WESTERKWARTIER – Een handleiding bij het puberbrein. Duidelijk is dat veel opvoeders en docenten in het Westerkwartier hier behoefte aan hebben. Binnen een dag na de aankondiging van de livestream lezing ‘Het puberbrein, de missende handleiding’ van Aletta Smits was het aantal beschikbare plekken voor 150 deelnemers al vergeven.

Uiteindelijk heeft Sociaal Werk de Schans een extra lezing kunnen inplannen zodat iedereen die zich had aangemeld ook daadwerkelijk kon meedoen. En niet voor niets! Op humoristische wijze nam Aletta men tijdens haar lezing mee in de belevingswereld van pubers en gaf ze ons handvatten die helpend zijn in de omgang met pubers. Ondertussen was de chat beschikbaar om gedachten, opmerkingen en vragen te delen.

Aletta start de avond met een poll. Wanneer start de pubertijd? En wanneer stopt het weer. Duidelijk wordt dat het langer duurt dan we denken. Tussen 9 jaar en 21 jaar kunnen kinderen in de pubertijd zijn.

En wie zegt er wel eens tegen zijn of haar kind: ‘Toen ik zo oud was als jij ….’. Het blijft stil op de chat. ‘Dat moet je dus nooit, maar dan ook nooit tegen je puber zeggen.’ Aletta laat een korte stilte vallen. ‘Echt nooit! Want hun oren gaan dicht, ze wachten tot je mond stopt met bewegen.’

Het brein van aliens
Pubers, zo blijkt uit het verhaal van Aletta, hebben het brein van aliens, als je ze vergelijkt met ons ‘gewone mensen’. ‘En wat zijn wij in de ogen van deze aliens?’, vraagt ze. ‘Monsters?’, wordt er voorzichtig geopperd op de chat. Maar het blijkt erger. ‘Wij zijn in de ogen van onze kinderen een stelletje ouderwetse, kaartspelende bejaarden. En ja, óók als je een hippe ouder bent. Echt waar!’ Zo, die zit! ‘Dus verwacht niet dat ze zichzelf kunnen vereenzelvigen met jou. Je komt van een andere planeet. Hun sociale omgeving, vrienden en klasgenoten, niet jij, is het allerbelangrijkste dat er is.

Ze zijn erg sociaal gemotiveerd en niet inhoudelijk. Daarom is het bijvoorbeeld zo lastig voor ze om op deze leeftijd een goed gefundeerde studiekeuze te maken. Ze laten zich vaak leiden door wat hun vrienden doen,’ vertelt Aletta. ‘Ik had een meisje in de klas die een opleiding tot vormgever was gaan doen, omdat ze het zo gezellig vond om elke dag met haar vriendin in de trein te reizen. Toen die vriendin uiteindelijk een vriendje kreeg, en met hem samen in de trein zat, ging zij een andere opleiding doen. Heel sneu.’

Het is hier geen hotel
Zegt iemand wel eens ‘het is hier geen hotel’? Inmiddels zijn de kijkers wat opgewarmd en stromen de reacties op de chat binnen. Aletta vervolgt: ‘Mijn broertje zei dan tegen mijn ouders, ‘ik  weet ook wel dat het geen hotel is, want dan zou de roomservice wel beter zijn.’ ‘Hoe vaak je ook zegt dat ze hun kamer moeten opruimen, je bereikt er niets mee. En waarom?’ Het blijft stil in de digitale zaal. ‘Omdat de instructie te abstract is, je kind met hele andere dingen bezig is en dit helemaal onderaan zijn prioriteitenlijstje staat. Wat kan helpen is het concreet maken. Zeggen dat de vuile onderbroek in de wasmand moet en dat hij alle glazen en borden die hij op zijn kamer heeft verzameld, in de vaatwasser moet zetten.’ En dan nog, garantie tot aan de deur.

‘Maar er is een trucje.’ Iedereen spitst zijn oren. ‘Geloof het of niet, maar er is iets wat echt werkt. Als je het maar zegt zonder te lachen.’ Aletta haalt even diep adem om haar meest serieuze gezicht op te zetten. ‘Als je zegt: schat, wat goed dat je de handdoek al een stukje dichter bij de wasmand hebt gelegd’ dan is de kans groot, dat hij hem de volgende keer erin doet. Of in elk geval voor de helft.’ -Gegrinnik op de chat- Zou het zo simpel zijn?
Waarom het zo simpel kan zijn, legt Aletta vervolgens uit. ‘Het beloningscentrum in de hersenen is supergevoelig. Daar wordt onder andere dopamine aangemaakt, het gelukshormoon. Alles wat maar een beetje voelt als een beloning, heeft een enorm effect.’

Daarmee komen we ook gelijk op een van de redenen waarom straffen niet werkt. ‘In tegenstelling tot het beloningscentrum, is het strafcentrum in onze hersenen een stuk moeilijker te vinden. Straffen heeft daardoor zelfs zes keer minder effect dan belonen. Een straf komt gewoon nauwelijks aan.’ Aletta schetst het weer met een voorbeeld. ‘Toen ik jong was kwam ik op een nacht pas om half 5 thuis. Nietsvermoedend – ik was zelfs trots op mezelf dat ik niet het hele huis had wakker gebeld om te zeggen dat het wat later zou worden – kwam ik het tuinpad oplopen. In de woonkamer zag ik één lamp branden.

En onder die lamp zat mijn moeder.’ We zien het voor ons. ‘Mijn ouders bleken in alle staten, terwijl ik me van geen kwaad bewust was. Nadat ik de huid was vol gescholden, kreeg ik twee weken huisarrest. Belachelijk vond ik dat. Twee weken! Dat voelde als mijn hele leven. En had het effect?’ ‘Nee’, klinkt er in de chat. ‘Nee natuurlijk niet. Ik zorgde de volgende keer gewoon dat ik op tijd thuis was, en klom vervolgens via de regenpijp weer naar beneden.’

Er zit nog een belangrijke les in dit voorbeeld. Namelijk dat pubers emoties op gezichten niet goed kunnen lezen. ‘Ik dacht dat mijn moeder boos was, terwijl ze natuurlijk gek was van angst. Dat begrijp ik nu.’ Aletta laat een foto zien van een vrouw, en stelt de vraag hoe deze vrouw kijkt. De kijkers zijn het er over eens– behalve waarschijnlijk de pubers die met hun ouders meekijken– dat we kijken naar een angstige, verschrikte vrouw. ‘Maar,’ zegt Aletta ‘het puberende brein ziet een vrouw die heel erg boos is.’ Toch best handig om te weten. Straffen mag dan niet de oplossing zijn, ze de consequenties van hun gedrag laten voelen, is wel belangrijk. Ze moeten zelf ervaren dat het leven niet altijd een lolletje is en door hun ouders wordt gladgestreken.

‘Tot slot,’ zegt Aletta ‘Je puber is de hele tijd bezig een antwoord te vinden op de vragen: Hoe ben ik echt? Hoe doe ik? Hoe zien anderen mij? Ze lijken heel ongemotiveerd op de bank te hangen, met die eeuwige telefoon. Maar vergis je niet. Er gaat heel veel in hen om. Voor jou is het lastig, een puber in huis, maar voor de puber is het nog veel lastiger. Ze zijn aan het leren en wat ze leren is belangrijk. We zijn ze vaak aan het corrigeren op hun gedrag maar ze hebben er recht op dat we wat geduld tonen en met ze breder kijken naar de betekenis van wat ze doen en niet alles te persoonlijk nemen.’

De livestream lezingen werden georganiseerd door Sociaal Werk de Schans in samenwerking met RSG de Borgen, het Lauwerscollege en Terra Oldekerk. Deze partijen willen met het aanbieden van de lezingen uitdragen dat ouders in het Westerkwartier er juist ook in deze tijd, niet alleen voor staan. Heeft u naar aanleiding van dit artikel vragen, neem dan contact op met Sociaal Werk De Schans. www.sociaalwerkdeschans.nl

   
Back to top button